Wild spotten op de Veluwe
Een jaar geleden beloofde ik mijn kleindochter van 13 een avontuur: samen de natuur in voor een wild-spot-wandeling. Lees hierover in mijn blog. Het kwam er steeds niet van en voor je het weet ben je een jaar verder. Maar eindelijk was het moment daar! We trokken samen richting de Veluwe, waar de kans groot is om herten, wilde zwijnen en misschien zelfs vossen te spotten.
Hoewel mijn kleindochter meer een avond- dan een ochtendmens is, kiest zij voor een wandeling bij zonsopgang. Samen rekenen we uit hoe vroeg we op moeten staan om bij zonsopgang bij de wildobservatieplaats te kunnen zijn. We kiezen uit de gids 'Wildwandelingen op de Veluwe' voor de wandeling in de Loenermark.
Waar moet je op letten
De wekker zetten we op 5 uur. Bij het wakker worden praat ze aan een stuk door: voor mij een teken dat ze het eigenlijk best spannend vindt. "Geen deodorant op doen, weet je nog?", zeg ik. "Mag ik wel tandenpoetsen? In tandpasta zit toch ook een geur", vraagt ze. Ik weet het niet zeker, maar mijn gezond verstand zegt dat die geur snel niet meer te ruiken zal zijn.
Een laatste controle of alles in de rugzak zit: de routebeschrijving in de gids 'Wildwandelingen op de Veluwe', verrekijker, extra boterhammen, thee, camera. We kunnen op pad. Het is nog donker wanneer we vertrekken en al snel valt kleinkind in slaap. Vijf uur is ook erg vroeg en van dat geschommel in de auto valt menigeen in slaap.
Wildsporen
Vijf minuten voor de formele zonsopgang lopen we het bos in naar de wild-beschutting. "Ik hoor ze al", fluistert ze als we nog maar net uit de auto zijn gestapt.
Het is heerlijk stil in het bos. Een enkele vogel laat zich al horen. Grote druppels vallen op ons hoofd, restanten van de nachtelijke bui. Ze grijpt snel naar de verrekijker wanneer ze vanuit een ooghoek iets ziet bewegen. Het zijn slechts de herfstbladeren die neerdwarrelen. In en om de schuilhut is alles omgewoeld, maar van de daders verder geen spoor.
Een uurtje gespannen turen en wachten levert geen plaatje van wild op. Mijn kleinkind heeft het dan wel gezien: “Zullen we verder lopen?” We gaan stilletjes verder op de route. We fluisteren als we iets willen zeggen en proberen geen geluid te maken tijdens het lopen. Maar wanneer we de eerste wandelaar met hond zien, weten we dat de kans om wild te spotten is verkeken.
Vogels spotten bij grafheuvel © Lea van Someren
Een warm spoor terug naar huis
We sluiten onze wandeling af met warme chocomelk in het plaatselijke restaurant dat, gewend aan vroege vogels, zijn deuren al open heeft staan. Mijn kleinkind is helemaal tevreden, ook al heeft ze geen wild gezien. “We kunnen thuis doen alsof we van alles hebben gezien”, opper ik ondeugend. “Een zwijn met zeven van haar jongen, een hert die zijn gewei staat te schuren tegen een boomstam? Kan je dat zonder te lachen enthousiast vertellen?” Mijn kleinkind is wel ‘in’ voor dat soort grapjes. Ik ben benieuwd hoe lang ze het volhoudt.
Volgend jaar wil ik weer, vertrouwt ze me toe. Hopelijk hebben we dan meer geluk.
november 2024