Boontjes
Negen jaar zijn ze, de eeneiige tweeling van verderop. Ze bellen regelmatig aan bij Dirkje. ‘Of ze nog een boodschap of zo voor haar kunnen doen?’. Op haar leeftijd heeft ze niet zo veel meer nodig maar ze vind het heerlijk als de twee langskomen en een klusje of boodschap voor haar doen. Of even komen kletsen voor een koekje. De een is stil en volgzaam, de ander duidelijk de initiator en de deugniet.
Meestal komen de meisjes op woensdagmiddag langs. Ook wel eens op een andere dag, na schooltijd, als ze van hun ouders voor straf geen schermtijd hebben gekregen. Het tweetal neemt Dirkje vaak in vertrouwen over hun kattenkwaad.
Een luid ‘Hallo oma Dirkje’ en geklop op het raam kondigt de meisjes aan. ‘Willen jullie eerst iets voor mij doen, meisjes?’ vraagt ze hen zodra ze de deur open doet. Natuurlijk willen ze eerst iets voor deze bonus-oma doen. Ze weten dat ze altijd goed beloond worden.
Dirkje stuurt ze naar de supermarkt voor een half witbrood en of ze ook haar lege blikjes willen inleveren. Met een briefje van vijf euro en een tasje met 14 lege blikjes huppelen ze weg. De buurtsuper is om de hoek maar de twee meisjes blijven een dik uur weg. Giebelend en met rode wangetjes komen ze terug. Ze geven Dirkje de tas met het brood, het bonnetje en het wisselgeld van het briefje van vijf.
‘Nu moeten we weer snel naar huis, oma Dirkje’, klinkt het opgewonden. ‘Tot de volgende keer’.
Dirkje zwaait ze uit en sluit glimlachend de voordeur. Het is een stelletje heilige boontjes. Maar wel leuke heilige boontjes.
Utrecht, mrt 2024