Krekel
Er was eens een krekel
Hij zat op een spriet
Hij sprong naar hier
En zocht al daar
Want een vriendje om te spelen
Had hij niet
Hij klom hoger
sprong en belandde
plots op een stier
Maar de stier,
Hij zag krekel niet
Zo sprong krekel in het rond
En kwam terecht op de hond
Maar ook de hond
Voelde krekel niet
Daarna op de kat en de kip
Maar niemand die spelen wilde
Ze bemerkten hem niet
Hij sprong verder en verder
Hij werd al moe
In de verte hoorde hij nog ‘boeh’
Ten slotte was hij weer
Terug op zijn eigen spriet
Want een vriendje vond hij niet
Dan hoort hij verderop
getjilp in het riet
een echo van zijn roep
daar vindt hij een vriendje
en weg is zijn verdriet.